Nederlandse molenaars erkend
op lijst Unesco voor
immaterieel erfgoed 


Schoorl, 7 december 2017


Van donderdag 7 december t/m zondag 10 december hebben nagenoeg alle nog werkende molens in Nederland in de vreugd gestaan. Dit als teken dat de molenaars trots zijn op hun ambacht en op de erkenning van hun ambacht door de UNESCO als Immaterieel Erfgoed. 
Ook molen Kijkduin stond toen in de vreugdestand.

Het ambacht van molenaar als immaterieel erfgoed erkend

UNESCO beschreef op 7 december 2017 het immaterieel erfgoed als volgt: “Het is ‘levend erfgoed’. Het omvat sociale gewoonten, voorstellingen, rituelen, tradities, uitdrukkingen, bijzondere kennis of vaardigheden die gemeenschappen en groepen (en soms zelfs individuen) erkennen als een vorm van cultureel erfgoed. Een bijzonder kenmerk is dat het wordt overgedragen van generatie op generatie en belangrijk is voor een gemeenschappelijke identiteit.”

Een molen kan niet zonder een molenaar

Sinds de negentiende eeuw zijn veel molens tot stilstand gekomen. Met het stilzetten van de molens ging ook de kennis van het werken met molens verloren. Het ambacht van de molenaar dreigde uit te sterven. Tegenwoordig laten veertig beroepsmolenaars en honderden vrijwilligers de wind- en watermolens in Nederland draaien. Al in 1973 is het Gilde voor Vrijwillig Molenaars (www.vrijwilligemolenaars.nl) begonnen met opleiden van nieuwe molenaars. En met succes. Ook zetten deze vrijwilligers zich in om kennis over het ambacht van molenaar te delen met het grote publiek.

Molens in de vreugde stand

Met de stand van de wieken van een (stilstaande) molen werden in vroeger tijden berichten doorgegeven. Die berichten konden blij (vreugdestand) of droevig (rouwstand) zijn, maar ook de boodschap geven dat de komst van een molenmaker gewenst was i.v.m. een defect.
In de tweede wereldoorlog werden nog tal van andere wiekstanden bedacht en gebruikt, b.v. om door te geven of er een razzia aan de gang was.

Hieronder enkele afbeeldingen van wiekstanden.